Subsidiariteit - Inleiding
De Europese Unie handelt enkel binnen de grenzen van de bevoegdheden die haar in het
Verdrag betreffende de Europese Unie
en het
Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie door de lidstaten expliciet zijn toebedeeld.
Voor de gebieden die niet onder haar exclusieve bevoegdheid vallen, treedt de Europese Unie alleen op wanneer het doel
van haar optreden niet voldoende door de lidstaten afzonderlijk kan worden verwezenlijkt.
Dat beginsel heet subsidiariteit.
De manier waarop dit beginsel in de praktijk wordt omgezet, vindt u terug in het Protocol Nr. 2 betreffende de toepassing van de beginselen
van subsidiariteit en evenredigheid bij het
Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie.
Iedere lidstaat heeft twee stemmen(
1).
Wanneer een derde van de mogelijke stemmen beslist dat een
ontwerp van wetgevingshandeling van de Europese Commissie het subsidiariteitsbeginsel
schendt én deze beslissing binnen een periode van acht weken na publicatie van het ontwerp aan de Europese Commissie werd overgezonden,
spreekt men van een
gele kaart. In dat geval moet de Europese Commissie het ontwerp van wetgevingshandeling opnieuw in overweging nemen.
Op grond van die heroverweging kan de Europese Commissie besluiten het ontwerp te behouden, te wijzigen of in te trekken.
Wanneer het aantal stemmen minstens de helft plus één van de mogelijke stemmen bedraagt, spreekt men van een
oranje kaart.
Het ontwerp van wetgevingshandeling moet dan eveneens opnieuw door de Europese Commissie in overweging worden genomen.
Op grond van die heroverweging kan de Europese Commissie besluiten het ontwerp te behouden, te wijzigen of in te trekken.
Wanneer de Europese Commissie besluit het ontwerp te behouden, moet zij haar beslissing voorleggen aan de Raad van de EU en het Europees Parlement.
Wanneer ofwel een meerderheid van 55 procent van de Raad van de EU ofwel een meerderheid van het aantal uitgebrachte stemmen
in het Europees Parlement echter beslist dat het ontwerp van wetgevingshandeling het subsidiariteitsbeginsel schendt, moet de Europese Commissie het intrekken.
Indien daarin door de nationale wetgeving is voorzien, kan een nationale assemblee in een lidstaat of een lidstaat zelf bij het
Hof van Justitie
van de Europese Unie beroep instellen wegens schending van het subsidiariteitsbeginsel door een wetgevingshandeling. Die procedure wordt
'rode kaart' genoemd.
(
1)
De verdeling van deze stemmen over de verschillende assemblees van het Belgische parlementaire stelsel vindt u in het Samenwerkingsakkoord.