Inleiding - Rol nationale Parlementen


Artikel 12 van het Verdrag betreffende de Europese Unie bepaalt dat de nationale parlementen actief moeten bijdragen tot de goede werking van de Europese Unie. De manier waarop staat beschreven in de Protocollen Nr. 1 en Nr. 2 bij dat Verdrag.

Zo moet de Europese Commissie elk discussiedocument (groenboeken, witboeken en mededelingen), haar jaarlijkse Werkprogramma en elk ontwerp van wetgevingshandeling (zoals verordeningen, richtlijnen en besluiten) aan de nationale parlementen bezorgen.

Na afloop van de EU-wetgevingsprocedure staan de nationale parlementen in voor het toezicht op de naleving van de verordeningen en de omzetting in nationaal recht van de richtlijnen.

Daarnaast kunnen de nationale parlementen een rol spelen in het Europees Semester, een procedure die moet voorkomen dat begrotingen van EU-lidstaten zouden ontsporen.

Voorts zijn er nog de interparlementaire conferenties. De nationale parlementen wisselen tijdens deze bijeenkomsten informatie en goede praktijken uit, hetgeen de controle op de Europese besluitvorming kan versterken.

Ten slotte kunnen de nationale parlementen een advies uitbrengen bij de Europese Commissie over de naleving van het subsidiariteitsbeginsel.